Een cilinderslot koopt u om uw huis te beschermen tegen inbraak. Wanneer u de deur opent of sluit, steekt u de sleutel in de cilinder. Als u dit met de juiste sleutel doet, dan zal het deel dat het cilinderslot bedient (slot) in elkaar draaien. De meenemer duwt de onderdelen in het cilinderslot opzij waardoor het de deur open gaat.

Hoe werkt een cilinderslot?

Op elk cilinderslot past een unieke sleutel. Een simpele snijsleutel heeft 5 of 6 posities (insnijdingen). Elke exacte diepte van de insnijding van de sleutel moet overeenkomen met een bepaalde lengte van de stift in het cilinderslot. Wanneer de insnijding overeenkomt met alle stiften, ontstaat er een breuklijn en kan de cilinder draaien. De meenemer in de cilinder draait dan mee met de sleutelbeweging en deze bedient het cilinderslot. Hoe uniek is nu een sleutel? Dat is een eenvoudig rekensommetje; wanneer een sleutel 6 insnijdingen heeft en er 9 verschillende dieptes (pallen) gebruikt kunnen worden dan zijn er dus 9x9x9x9x9x9 = 531.441 mogelijkheden. Een keersleutel werkt op dezelfde manier, maar vaak zijn er hier aan de zijkant van de sleutel ook nog inkepingen (pallen). Dit zorgt naast meer sleutelmogelijkheden ook voor een hogere manipulatie beveiliging.

Hoe meet je een cilinderslot?
Het cilinderslot wordt aan twee kanten gemeten vanaf het hart van de bevestigingsbout tot de buitenzijde. Zo heb je een A-kant en een B-kant van het cilinderslot. De basislengte (=standaard maat) is 60mm en wordt aangeduid als A= 30 en B=30, oftewel een 30/30mm cilinderslot. De lengtes zijn verlengbaar met elk 5mm per zijde. Als je deur dikker is dan 4 cm en je gebruikt veiligheidsbeslag, dan heb je een verlengde cilinder nodig. De cilinder mag niet meer dan 3 mm buiten het schild uitsteken omdat het dan inbraakgevoelig wordt.